Micromanager
Siok
12/08/2025
2 min
0

Wat als je leidinggevende doet aan micromanagement?

12/08/2025
2 min
0

Hoe ga je om met een leidinggevende die alles wil controleren?


Veel medewerkers en kennismedewerkers lopen er vroeg of laat tegenaan: een leidinggevende die elk detail wil zien, voortdurend controleert en overal bij betrokken wil blijven. Deze manier van werken — micromanagement — slokt ruimte op en belemmert autonomie, ontwikkeling en werkplezier.

Voor iemand die juist wil groeien door zelfstandig te werken, voelt dit al snel benauwend. Wat je ook inlevert, het lijkt nooit goed genoeg. Er volgt altijd nóg een correctie, een toevoeging, een opmerking over hoe het beter kan. Ondertussen gaan collega’s liever direct naar deze leidinggevende, omdat hij of zij alle antwoorden paraat heeft. En waar jij wilt leren door te doen, neemt de ander taken en beslissingen moeiteloos weer over.

Het wringt extra als jullie totaal verschillende stijlen hebben. Waar de een vooral houdt van structuur, details en zekerheid,  werkt de ander liever vanuit creativiteit, flexibiliteit en ruimte om te ontdekken. Dat botst — en dat levert frustratie op.

Toch is er wél iets aan te doen. Je kunt invloed uitoefenen op deze dynamiek. Niet door de ander te veranderen, maar door anders te communiceren. Hieronder vier praktische adviezen én voorbeeldvragen die je helpen om meer autonomie te krijgen en samen beter te werken. En je kunt ze direct gebruiken.

1. Maak verwachtingen concreet en meetbaar

Micromanagers houden van voorspelbaarheid. Als taken en resultaten vaag blijven, schieten ze automatisch in de controle-modus.

Stel vooraf vragen als:
“Wat zijn voor jou de drie belangrijkste kwaliteitspunten waaraan het resultaat moet voldoen?”

Waarom dit werkt:
 Je voorkomt verrassingen, laat zien dat je verantwoordelijkheid neemt en creëert vertrouwen dat jij het zelf kunt.

 

2. Spreek af wanneer je feedback wilt, en wanneer niet

Micromanagement voelt vaak als voortdurende feedback tijdens het proces. De kunst is om tussentijdse momenten af te spreken: momenten waarop je input vraagt, en momenten waarop je zelfstandig werkt.

Vraag daarom:
“Zullen we vaste momenten inplannen waarop ik je update? Dan kan ik tussendoor zelfstandig werken.”

Dit geeft:
 Rust. Focus. En minder ongewenste inmenging.

 

3. Betrek de ander bij je denkproces voordat je begint

Sommige leidinggevenden raken pas ontspannen als ze begrijpen hóe je tot keuzes komt. Zeker iemand met een analytische, blauw-georiënteerde stijl wil logica en onderbouwing zien.

Vraag die je kunt stellen:
“Dit is mijn aanpak in drie stappen. Zie jij ergens risico’s of punten die ik vooraf moet meenemen?”

Wat dit oplevert:
 Je laat zien dat je zorgvuldig werkt, waardoor de ander minder behoefte voelt om in te grijpen. Bovendien voorkom je dat je later wordt teruggefloten omdat je “niet de juiste stappen” hebt genomen.

 

4. Maak bespreekbaar wat jij nodig hebt om te groeien

Micromanagement is zelden persoonlijk bedoeld — maar het effect ís persoonlijk. Juist daarom werkt het om te bespreken wat jij nodig hebt om goed te functioneren.

Vraag:
“Ik merk dat ik het beste leer door dingen zelf te doen. Welke taken zou ik volgens jou volledig zelfstandig kunnen oppakken, zodat ik kan groeien zonder risico’s voor jou of het project?”

Waarom dit helpt:
 Je houdt het positief, toekomstgericht en professioneel. In plaats van te zeggen wat je niet wilt (“Je bemoeit je te veel met mijn werk”), bespreek je wat je wél nodig hebt — en dat maakt de kans op verandering veel groter.

Conclusie

Je hebt geen invloed op iemands persoonlijkheid, maar wel op de samenwerking. Door helder te communiceren, afspraken te maken over feedback en jouw werkstijl bespreekbaar te maken, creëer je ruimte om te groeien — zelfs met een leidinggevende die moeite heeft met loslaten.


Wil je meer autonomie en minder micromanagement?

Sih Bedrijfspsychologie helpt bij betere samenwerking en communicatie op de werkvloer. Even vrijblijvend sparren? Plan een gratis kennismakingsgesprek.

Reacties