Maandelijks archief: oktober 2014

Kan Multitasken je hersens beschadigen?

Multitasken bestaat niet

Inmiddels wordt meer en meer bekend dat multitasken niet bestaat. Wat we doen is niet multitasken, maar switchtasken, dus snel switchen van de ene naar de andere taak. Feit is dat wanneer je heen en weer switcht tussen twee taken, je uiteindelijk meer tijd kwijt bent dan wanneer je de twee taken afzonderlijk na elkaar zou uitvoeren. Hierover zijn diverse onderzoeken gedaan, onder andere bij de Universiteit van Stanford. Uit verder onderzoek blijkt ook, dat er meerdere nadelen zitten aan switchtasken. Zo ben je eerder geneigd fouten te maken, er langer over te doen, en het levert ook nog eens een gevoel van stress. Dat men er oppervlakkiger en onpersoonlijker van wordt kun  je aan den lijve ondervinden wanneer je bijvoorbeeld een gesprek probeert te voeren met iemand die met een oog televisie zit te kijken. Daarbij wijst divers onderzoek uit dat multitasken je IQ met wel 10 tot 15 punten verlaagt. Maar dat multitasken echt hersenschade op zou leveren, die had ik nog niet gehoord. Tijd voor wat nader onderzoek.

 

Welk onderdeel van de hersenen?

Onderzoekers aan de Universiteit van Sussex vonden dat multitasken de structuur van de hersenen lijkt te veranderen. Mensen die regelmatig multitasken met telefoons, laptops, tablets etcetera, hebben minder grijze stof in een kern achter in de hersenen, in vergelijking met mensen die af en toe en met slechts met een media apparaat bezig zijn. Over welk deel van de hersenen gaat het dan? Het gaat over het deel dat de anterior singulate cortex (ACC) genoemd wordt. De ACC maakt  deel uit van een affectief network in de hersenen dat betrokken is bij de verwerking van emotionele prikkels. Het maakt constant afwegingen tussen wat goed is en wat niet, een soort continue kosten-baten analyse (lees meer). Bij een verminderde werking van de ACC zouden mensen dus minder goed in staat zijn deze afwegingen te  maken. Het betreft hier echter nog geen oorzaak en gevolg, maar er lijkt wel een relatie te bestaan tussen multitasken en deze kleinere ACC. “Hoe deze verschillen ontstaan is nog onduidelijk”, aldus wetenschapper Kep Kee Loh. “Het is mogelijk dat iemand met een kleine CCA vatbaarder is voor multitasken omdat die persoon een minder goede cognitieve controle of regulatie van zijn emoties heeft. Het is net zo goed aannemelijk dat wanneer situaties van multitasken vaker voorkomen, er structurele veranderingen optreden in de ACC-kern. Om dat verband vast te kunnen stellen, moeten mensen langere tijd worden gevolgd.”

 

Structurele verandering van ons brein

Dat sociale media ons brein structureel kan veranderen wordt ook beschreven in een blogartikel van Jan Boeckhorst, De Effecten van Sociale Media op Lichaam en Geest, erg interessant. Hij legt uit dat door de gigantische hoeveelheid informatie die beschikbaar is via het internet, er twee nieuwe ontwikkelingen zijn die van invloed zijn op de werking van het brein:

  1. Het is niet meer belangrijk om parate kennis te hebben, maar veel belangrijker hoe en waar je de informatie kunt vinden. Je verlegt dus onbewust je geheugen naar een gezamenlijk, online geheugen.
  2. Doordat we informatie aangeboden krijgen die we zonder internet nooit ontdekt hadden, krijgen we op bepaalde momenten een overaanbod aan informatie, in veel gevallen onnodige informatie, maar je hersenen moeten het wel verwerken.

Door deze ontwikkeling krijgen onze hersenen een hele andere functie. Niet zozeer meer gebaseerd op parate kennis, maar meer op het vermogen om razendsnel informatie te verwerken en te selecteren. Alles wat op dat moment niet belangrijk is vergeten we weer, want dat kunnen we later altijd weer terugvinden op het internet. Geeft stof tot nadenken, wellicht weer eens goed voor die grijze massa.

Herhaling, herhaling, herhaling..

Wie kleine kinderen heeft weet als geen ander: Eén keer zeggen is niet voldoende. Voor hen geldt: Herhaling, herhaling, herhaling, en dan nog eens herhalen tot je er zelf bij neervalt. Is dat iets wat minder wordt naarmate de leeftijd vordert? Niet echt. Voor veel volwassenen geldt de kracht van herhaling nog steeds. Meestal is het geen onwelwillendheid dat de aandacht er niet bij is, de aandacht moet alleen verdeeld worden over zo’n overvloed aan andere binnenkomende prikkels, dat een boodschap die slechts eenmaal gecommuniceerd wordt, gewoon niet landt.

Hoe zit dat eigenlijk op de werkvloer? Ook hier geldt: Eén keer iets vertellen blijft niet hangen. De boodschap gaat eigenlijk gelijk verloren in de waan van de dag. Uit onderzoek blijkt dat slechts één dag na een seminar de gemiddelde deelnemer nog slechts een schamele 13% weet te reproduceren. Dit zijn even schrikbarende als bedroevende cijfers en geeft ook stof tot nadenken voor degenen die een boodschap willen overbrengen. Waarom is het zo moeilijk iets te onthouden? Waarom beklijven dingen niet na één keer zeggen? Als je iets over wilt brengen, hoe zorg je er dan voor dat zaken blijven hangen? Het antwoord is net als vroeger, herhaling, herhaling, herhaling.

Herhaal de boodschap

Herhaal de boodschap drie maal op verschillende wijze. Kijk als voorbeeld maar eens naar het journaal. Eerst wordt aangekondigd waar het over gaat. Vervolgens komen de genoemde punten uitgebreid aan de orde. Wanneer je zelf iets wilt overbrengen, zorg dan dat je dat puntsgewijs en gestructureerd doet. Dat maakt het niet alleen makkelijker voor jezelf om te onthouden, maar ook voor degene die de boodschap ontvangt. Als laatste wordt dan weer afgesloten met een korte samenvatting van wat de belangrijkste punten waren. Deze herhaling werkt als een soort geheugensteun. Wel aan te raden is er hooguit drie te noemen, om het overzichtelijk te houden.

Van de andere kant bezien, hoe kun je er zélf voor zorgen dat je zaken beter onthoudt? Hier zijn diverse methoden voor. Je kunt altijd nog ouderwets rijtjes stampen, soms blijven die nog heel lang hangen (wie kent nog de naamvallen in het Duits? Mit, nach, von, zu, bei..). Je kunt dingen visualiseren met Visual Notes en zaken onthouden door het gebruiken van beelden en plaatjes in plaats van woorden. Maar de beste manier om dingen te onthouden schijnt te zijn: Vragen stellen. Als je bijvoorbeeld een lastig artikel leest, stel er vragen over. In ieder geval de hoe, wat, waarom, wie en wanneer vragen. Probeer zelf verbanden te leggen en wees kritisch.

Een andere leuke en wat creatievere methode is te ‘mindmappen’. Door op deze manier zaken voor jezelf op te schrijven, of liever uit te tekenen, geef je de stof vanzelf al structuur. Bovendien zorg je er door het gebruik van kleuren voor, dat er nog meer ‘verbindingen’ in je hersens ontstaan, waarmee de stof weer makkelijker teruggehaald kan worden.

Op de middelbare school was er een leraar die vertelde dat hij het juist goed vond als leerlingen spiekbriefjes maakten, alleen al door het feit dat ze dan gedwongen werden na te denken over de kern van het verhaal en dit in te perken tot een paar steekwoorden. Met het maken van dat spiekbriefje hadden ze de stof dan al zo vaak gezien dat ze het eigenlijk niet meer nodig hadden. Van hem mocht je dan ook gerust een spiekbriefje gebruiken. Als je werd betrapt, kreeg je weliswaar een één, maar een herexamen betekende dan gewoon nog meer herhaling.